Werkwoordspelling brugklas

Werkwoordspelling brugklas

6th Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Werkwoordspelling

Werkwoordspelling

6th - 8th Grade

20 Qs

D2L17 - voorzetsels en voorzetselvoorwerpen

D2L17 - voorzetsels en voorzetselvoorwerpen

KG - University

10 Qs

Nederlands klas 4M H3 woordenschat en taalverzorging

Nederlands klas 4M H3 woordenschat en taalverzorging

1st - 10th Grade

18 Qs

aankopen en verkopen (dubbele boekhouding)

aankopen en verkopen (dubbele boekhouding)

3rd - 7th Grade

10 Qs

Woorden 2

Woorden 2

1st - 10th Grade

10 Qs

test1

test1

1st - 12th Grade

10 Qs

Moeilijke woorden

Moeilijke woorden

1st - 12th Grade

14 Qs

Spreekwoorden

Spreekwoorden

1st - 10th Grade

15 Qs

Werkwoordspelling brugklas

Werkwoordspelling brugklas

Assessment

Quiz

Other

6th Grade

Medium

Created by

Kirsten Klerks

Used 25+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Lisa's kleine zusjes (plukken) bloemen uit de tuin van de buren.

plukte

plukde

plukten

plukden

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Waar (denken) jij aan toen je dat deed?

dacht

denkte

dachten

denkten

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

De Romeinen (stichten) Nijmegen in de eerste eeuw.

stichte

stichtte

stichten

stichtten

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Gisteren (rijden) mijn buurjongen op een fiets zonder stuur.

rijdde

reed

rijdden

reden

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Bij de sterrenwacht (zien) we dat er die nacht veel sterren vielen.

zag

ziende

zagen

zienden

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Die rare actie van jou (verbazen) mij niets.

verbaaste

verbaasde

verbaasten

verbaasden

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd in:

Deze zomer (beleven) ik een avontuur om nooit te vergeten.

beleefte

beleefde

beleeften

beleefden

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?