Hoofdstuk 4 Paragraaf 1 en 2!

Wanneer is Karel de Grote keizer geworden?

• 800
• 768
• 790
• 500

Wie konden in de Middeleeuwen lezen en schrijven?

• De ridders
• Karel de Grote
• De monniken
• Iedereen

Hoe noemen we mannen die in een klooster leven?

• Nonnen
• Priesters
• Pastoren
• Monniken

Welke zin is goed?!

• Karel de Grote maakte gebruik van het leenstelsel.
• Boeren verhuisde naar Rome. 
• Ridders behoorde tot de sociale laag van de boeren. 
• Door de volksverhuizingen ging het Griekse rijk ten onder. 

Wat is een leenheer?

• Iemand die land uit leent om voor zijn land te zorgen. 
• Iemand die eten geeft en het later terug krijgt. 
• Iemand die geld uitleent. 
• Iemand die geneesmiddelen uitleent voor ruilhandel. 

Hoe heette het rijk van Karel de Grote?

• Romeinse Rijk
• Byzantijnse Rijk
• Frankische Rijk
• Gallisch Rijk

Waarom begon Karel de Grote het leenstelsel?

• Omdat het gebied te groot was om in zijn eentje te besturen
• Omdat hij geen zin had om zo'n enorm rijk in zijn eentje te besturen
• omdat hij graag zijn grond uitleende aan goede leenmannen
• Omdat hij graag belasting wilde ontvangen en daarom zijn land uitleende.

Waar stond het paleis van Karel de Grote?

• Maastricht. 
• München
• Berlijn.
• Aken

Als Karel iets uitleent aan een graaf of hertog dan is Karel:

• De leenheer
• De leenman
• Geen van beide

Wat moest de leenman doen in ruil voor de 'leen'

• Besturen, rechtspreken en mee vechten
• Besturen, mee vechten en belasting betalen
• Rechtspreken, belasting betalen en ridders aan nemen
• Alleen belasting betalen