Overbrengingen

Overbrengingen

1st Grade

11 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

M&M vwo 2 boekje Reizen

M&M vwo 2 boekje Reizen

1st - 12th Grade

12 Qs

druk

druk

1st Grade

10 Qs

Herhaling hoofdstuk 3

Herhaling hoofdstuk 3

1st Grade

13 Qs

Wereldrecord-Verspringen

Wereldrecord-Verspringen

1st Grade

12 Qs

fasseovergangen

fasseovergangen

1st Grade

12 Qs

Natuur en techniek oefentoets thema 4 de De zon in je tank

Natuur en techniek oefentoets thema 4 de De zon in je tank

1st - 10th Grade

15 Qs

2H par 8.1 verklaring verschillen poolstreken

2H par 8.1 verklaring verschillen poolstreken

1st Grade

7 Qs

H2 Ho1 Formatieve Toets 1A

H2 Ho1 Formatieve Toets 1A

KG - University

10 Qs

Overbrengingen

Overbrengingen

Assessment

Quiz

Physics

1st Grade

Hard

Used 15+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

11 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Er zijn verschillende soorten van riemoverbrenging. Welke wordt hier afgebeeld?

Vlakke-riemoverbrenging

Broeksriemoverbrenging

V-riemoverbrenging

Tandriemoverbrenging

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welke bewering is waar?

Bij tandwieloverbrenging treedt er altijd slip op.

Bij tandwieloverbrenging is de draairichting van de tandwielen tegengesteld.

Bij tandwieloverbrenging is de draairichting van de tandwielen hetzelfde.

Bij tandwieloverbrenging draaien de tandwielen altijd even snel.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welke bewering is waar?

Bij kettingoverbrenging is de draairichting van de tandwielen gelijk.

Bij kettingoverbrenging treedt er altijd slip op.

Bij kettingoverbrenging is de draairichting tegengesteld.

Bij een kettingoverbrenging is de overbrenging van krachten altijd kleiner dan bij riemen of snaren.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke bewering is waar?

Het doel van overbrenging is het veranderen van het toerental.

Het doel van overbrenging is het stabiliseren van het toerental.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

De kleinste riemschijf heeft een diameter van 100 mm en de grootste heeft een diameter van 200 mm.

Welke bewering is waar?

Dit betekent dat de omtrek van de kleine riemschijf de helft is van de omtrek van de grootste.

Dit betekent dat de omtrek van de grote riemschijf de helft is van de omtrek van de kleinste.

Dit zegt niks over de omtrekken van deze riemschijven, want dat wordt bepaald door pi.

Pi is gelijk aan de diameter gedeeld door de omtrek.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Een riemoverbrenging heeft de volgende gegevens:

Kleine riemschijf: diameter 30 mm.

Grote riemschijf: diameter 90 mm, toerental 100 omw./min.

De kleine riemschijf heeft een toerental van:

300 omw./min.

100 omw./min.

200 omw./min.

33 omw./min.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Een riemoverbrenging heeft de volgende gegevens:

Grote riemschijf: diameter 240 mm, toerental 50 omw./sec.

Kleine riemschijf: toerental 400 omw./min.

De kleine riemschijf heeft een diameter van:

30 mm.

60 mm.

120 mm.

80 mm

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?