Werkwoordspelling 3F - begrippen + spelling

Het infinitief is:

• de vorm van het werkwoord die de tijd aangeeft

• de vorm die de zin in de voltooide tijd zet

• het hele (onvervoegde) werkwoord

De twee belangrijkste manieren om de persoonsvorm in een zin te vinden zijn:

• de zin van tijd veranderen, dan verandert de persoonsvorm mee

• het onderwerp van getal veranderen (enkelvoud-meervoud), dan verandert de persoonsvorm

• De zin vragend maken

• de zin opdelen in zinsdelen en de zinsdeelproef doen

De vergrote foto moet nog ingelijst worden. Vergrote is:

• persoonsvorm

• infinitief

• bijvoeglijk naamwoord

• bijvoeglijk naamwoord voltooid deelwoord

Ik heb vandaag een taart gebakken. Deze zin staat in de:

• tegenwoordige tijd

• verleden tijd

• voltooid tegenwoordige tijd

De d+t combinatie als uitgang van een werkwoord kan alleen voorkomen bij:

• persoonsvorm tegenwoordige tijd

• sterke verleden tijd

• voltooid deelwoord

Loop naar de maan! Loop is hier:

• persoonsvorm

• gebiedende wijs

Zingend lopen de kinderen door de gang. Zingend is

• persoonsvorm

• infinitief

• voltooid deelwoord

• onvoltooid deelwoord

Wat (betekenen) die aantekening op de toets?

• betekent

• betekend

• betekendt

Hier (gelden) een parkeerverbod.

• geld

• geldt

(houden) afstand, deze vrachtwagen zwenkt uit!

• Houd

• Houdt