OKAN ROOD - De kledij en de kleuren

OKAN ROOD - De kledij en de kleuren

KG - 12th Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Examen schrijven 2F

Examen schrijven 2F

KG

17 Qs

Blok 1 Op niveau onderbouw

Blok 1 Op niveau onderbouw

4th Grade

12 Qs

Blok 4 V2

Blok 4 V2

2nd Grade

14 Qs

signaalwoorden en verbanden

signaalwoorden en verbanden

1st - 12th Grade

15 Qs

Nederlands grammatica redekundig

Nederlands grammatica redekundig

5th - 8th Grade

16 Qs

Kader 3 Leesvaardigheid

Kader 3 Leesvaardigheid

6th - 12th Grade

14 Qs

Morfologie en syntaxis

Morfologie en syntaxis

5th - 6th Grade

15 Qs

Marketing 1

Marketing 1

12th Grade

20 Qs

OKAN ROOD - De kledij en de kleuren

OKAN ROOD - De kledij en de kleuren

Assessment

Quiz

Other

KG - 12th Grade

Hard

Created by

Veerle De Kesel

Used 5+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Media Image

Welke zin is correct?

Mevrouw Veerle draagt een rode trui.

Mevrouw Veerle draagt een rood trui.

De trui van mevrouw Veerle is rode.

Mevrouw Veerle heeft een grijs T-shirt.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Media Image

Welke zin is juist?

Mevrouw Saskia heeft een pet.

Meneer Pieter-Jan draagt een gele trui.

Meneer Pieter-Jan draagt een rode broek.

Mevrouw Saskia draagt een sjaal.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Media Image

Welke zin is juist?

Ze hebben een blauw broek.

Ze dragen allemaal een blauwe broek.

Ze dragen allemaal een broek blauw.

Alle drie dragen ze een broek blauwe.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Media Image

Welke zin is juist?

Zij draagt een blauw jas.

Zij draagt een blauwe jas.

Zij dragen een blauwe jas.

Hij draagt een blauwe jas.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Media Image

Welke zin is juist?

Het jongetje draagt een zwarte rok.

Hij draagt een blauwe jurk.

Het klein jongetje draagt een blauw hemd.

Hij draagt een blauwe hemd.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Media Image

Welke zin is juist?

Zij dragen een zwart T-shirt.

Zij draagt een witte T-shirt.

Zij draagt een wit T-shirt.

Hij draagt een wit T-shirt.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Media Image

Welke zin is juist?.

De vrouw met de bril draagt een wit-zwarte blouse

De vrouw met de bril draagt een rode blouse.

De vrouw met de bril draagt een rood hemd.

De vrouw zonder bril draagt een rood T-shirt.

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?