Monetair Beleid

Monetair Beleid

11th - 12th Grade

5 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

2F Spelling - november week 2

2F Spelling - november week 2

KG - Professional Development

10 Qs

Minimumprijzen

Minimumprijzen

11th - 12th Grade

6 Qs

2F Spelling september week 2

2F Spelling september week 2

KG - Professional Development

10 Qs

2F Spelling april week 2

2F Spelling april week 2

KG - Professional Development

10 Qs

Oefenen met beeldspraak

Oefenen met beeldspraak

KG - University

10 Qs

Surplus

Surplus

10th - 11th Grade

10 Qs

Nash Evenwicht

Nash Evenwicht

11th - 12th Grade

5 Qs

2F Spelling 6 nov - 10 nov

2F Spelling 6 nov - 10 nov

KG - University

10 Qs

Monetair Beleid

Monetair Beleid

Assessment

Quiz

Other

11th - 12th Grade

Hard

Created by

M Nicolai

Used 6+ times

FREE Resource

5 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE SELECT QUESTION

1 min • 1 pt

Wat is een onderdeel van krapgeldbeleid van de Centrale Bank?

Het verlagen van de liquiditeitseisen voor particuliere banken.

Het verhogen van de beleidsrente.

Het verkopen van waardepapieren aan particuliere banken.

Het verhogen van het maximumbedrag van het depositogarantiestelsel.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Bij ruimgeldbeleid zorgt de Centrale Bank voor een lagere rente om zo de binnenlandse bestedingen te stimuleren. Een lagere rente heeft echter ook een positief effect op de export. Bij een lagere rente verslechtert het saldo op de ..I.. van de betalingsbalans, dat leidt tot een ..II.. van de munt en een verbetering van de internationale concurrentiepositie.

I = kapitaalrekening, II = appreciatie

I = kapitaalrekening, II = depreciatie

I = lopende rekening, II = appreciatie

I = lopende rekening, II = depreciatie

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee beweringen over oorzaken van inflatie. Welke bewering(en) is/zijn goed?

I. Door stijgende lonen neemt de bestedingsinflatie toe.

II. Door stijgende olieprijzen is er sprake van (geïmporteerde) kosteninflatie.

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Centrale Banken hebben een streefinflatie van ongeveer 2%, deflatie is daarbij helemaal uit den boze. Wat is geen nadeel van deflatie?

Reele schulden nemen toe.

Consumenten stellen bestedingen uit.

Inflatieverwachtingen kunnen structureel lager worden.

Het exportprijspeil neemt af.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Zodra het monetair beleid van de Centrale Bank de nulondergrens heeft bereikt is het beleid niet meer effectief en komt de economie in een liquiditeitsval terecht. Wat is geen kenmerk van een liquiditeitsval?

Consumenten gaan geld oppotten.

Banken lenen niet meer maar minder geld uit.

De omloopsnelheid van geld (V) stijgt.

Inflatieverwachtingen dalen structureel.