Bijvoeglijke bepaling en bijzin

Wat is de bijvoeglijke bepaling in de volgende zin: 
We logeerden in een stacaravan met uitzicht op zee. 

• met uitzicht op zee
• met uitzicht
• sta
• stacaravan met uitzicht op zee

Wat is/zijn de bijvoeglijke bepaling(en) bij sterren in de volgende zin: 
Sterven kleine sterren in het heelal een stille, zwarte dood?

• kleine, in het heelal
• stille, zwarte, kleine, in het heelal
• kleine
• in het heelal

Noem de kern(en) in de volgende zin waar  een bijvoeglijke bepaling bij zit:
De laatste tentoonstelling over Escher bleek heel interessant te zijn. 

• tentoonstelling
• tentoonstelling, Escher
• Escher
• bleek heel interessant

Benoem de bijvoeglijke bepalingen in de volgende zin:
Enkele zeer jonge zeehondjes bleken voor de listige stropers een makkelijke prooi. 

• Enkele zeer jonge, listige, makkelijke
• zeer jonge
• listige
• zeer jonge, makkelijke prooi

Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een ... en .... .

• zelfstandig naamwoord en voornaamwoord
• zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord
• voornaamwoord en bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijke bijzin bevat wel/geen persoonsvorm. 

• wel
• geen

Een bijvoeglijke bepaling bevat wel/geen persoonsvorm.

• wel
• geen

Wat is de bijvoeglijke bijzin in de volgende zin?
In het huis waar Ellen woont, plaatsen ze een nieuwe keuken. 

• In het huis waar Ellen woont
• waar Ellen woont
• plaatsen ze een nieuwe keuken

Benoem het blauwe zinsdeel:
Mensen die mijn cd´s beschadigen, leen ik ze niet meer uit. 

• Bijvoeglijke bepaling
• Meewerkend voorwerpszin
• Bijvoeglijke bijzin